Wervelstromen die men in water kan zien, treden in dezelfde vorm ook in lucht op bij de windharp. Deze onzichtbare fenomenen worden hoorbaar aan de windharp als een zachte sferische klank. Lucht is hier niet alleen een klankdrager, maar de luchtwervelingen produceren zelf klanken. Het toestel wordt zo in de wind gedraaid dat een klank ontstaat. Hoe sterker de wind is, hoe meer boventonen. Deze hebben een bijzondere aantrekkingskracht.